Zedenmisdrijven en andere intimidatie delicten

Wetteksten van de misdrijven tegen de zeden, titel XIV Wetboek van Strafrecht

Artikel 239 Wetboek van Strafrecht, Schennispleging

Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

1° op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd;

2° op een andere dan onder 1 bedoelde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar;

3° op een niet openbare plaats, indien een ander daarbij zijns ondanks tegenwoordig is.

Uitleg & Commentaar

Artikel 240 Wetboek van Strafrecht, Pornografie

Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat een afbeelding of voorwerp aanstotelijk voor de eerbaarheid is en die afbeelding of dat voorwerp:

1 op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, openlijk tentoonstelt of aanbiedt;

2 aan iemand, anders dan op diens verzoek, toezendt.

Uitleg & Commentaar

Artikel 240a Wetboek  van Strafrecht, Bescherming jeugdigen tegen porno

Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die een afbeelding of voorwerp, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekt, aanbiedt of vertoont aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar.

Uitleg & Commentaar

Artikel 240b Wetboek van Strafrecht, Kinderporno

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in voorraad heeft.

2. Niet strafbaar is degene, die een dergelijke afbeelding in voorraad heeft waarvan vaststaat dat hij deze voor een wetenschappelijk, educatief of therapeutisch doel gebruikt.

3. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep op een gewoonte maakt.

Uitleg & Commentaar. Actualiteit De regering heeft op 12 januari 2001 besloten de leeftijd in artikel 240b Sr te verhogen van 16 naar 18 jaar; zie Boelrijk 2000.

Artikel 242 Wetboek van Strafrecht, Seksueel binnendringen

Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt als schuldig aan verkrachting gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg & Commentaar

Artikel 243 Wetboek van Strafrecht, Seksueel binnendringen bij wilsonbekwame

Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg & Commentaar

Artikel 244 Wetboek van Strafrecht, Seksueel binnendringen bij een kind jonger dan 12 jaar

Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg & Commentaar

Artikel 245 Wetboek van Strafrecht, Seksueel binnendringen bij een kind tussen 12 en 16 jaar

1. Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Vervolging heeft, buiten de gevallen van de artikelen 248 en 249, niet plaats dan op klacht.

3. Tot de klacht bedoeld in het tweede lid is naast de wettelijke vertegenwoordiger in burgerlijke zaken, bedoeld in artikel 65, eerste lid, tevens bevoegd de raad voor de kinderbescherming.

4. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 64 tot en met 66 is degene ten aanzien van wie het feit is gepleegd te allen tijde tot de klacht gerechtigd, in dier voege dat de termijn gedurende welke de klacht kan worden ingediend eindigt op de dag waarop de verjaringstermijn, bedoeld in artikel 70, eindigt.

Uitleg & Commentaar. Actualiteit: de regering heeft op 12 januari 2001 besloten het klachtvereiste te schrappen uit de bepalingen 245, 247 en 248a (oud: 248ter) Sr, zie Boelrijk 1996.

Artikel 246 Wetboek van Strafrecht, Aanranding

Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg & Commentaar

Artikel 247 Wetboek van Strafrecht, Ontucht

Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen pleegt of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanig handelingen buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Uitleg & Commentaar

Artikel 248 Wetboek van Strafrecht, Gevallen van strafverzwaring

1. Indien een der in de artikelen 243 en 245-247 omschreven misdrijven zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

2. Indien een der in de artikelen 242-247 omschreven misdrijven de dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

Uitleg & Commentaar

Artikel 248a Wetboek van Strafrecht, Verleiding van minderjarigen tot ontucht, per 1 oktober 2000 hernummert voorheen artikel 248ter 

Hij die door giften of beloften van geld of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misleiding van een minderjarige ( van onbesproken gedrag), wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, opzettelijk beweegt ontuchtige handelingen met hem te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. 

Uitleg & Commentaar Actualiteit: Bij Wet van 28 oktober 1999 Staatsblad 1999, 464, inwerkingtreding 1 oktober 2000 is "van onbesproken gedrag" geschrapt met de bedoeling klanten van jeugdprostitutie beter te kunnen aanpakken, zie Kamerstukken II 1998/'99, 25437 nr.8.

Artikel 248b Wetboek van Strafrecht, Jeugdprostitutie

Hij die ontucht pleegt met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. 

Uitleg & Commentaar Actualiteit: Deze bepaling is ingevoegd bij Wet van 28 oktober 1999 Staatsblad 1999, 464; inwerkingtreding 1 oktober 2000.

Vervallen in 1971: Artikel 248bis oud-Strafrecht, Homoseksueel contact tussen meerder- en minderjarigen: De meerderjarige die met een minderjarige van hetzelfde geslacht, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, ontucht pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.

Uitleg & Commentaar

Artikel 249 Wetboek van Strafrecht, Ontucht met misbruik van gezag

1. Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft:

1 de ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon aan zijn gezag onderworpen of aan zijn waakzaamheid toevertrouwt of aanbevolen;

2 de bestuurder, geneeskundige, onderwijzer, beambte, opzichter, of bediende in een gevangenis, rijkswerkinrichting, rijksinrichting voor kinderbescherming, weeshuis, ziekenhuis, of instelling van weldadigheid, die ontucht pleegt met een persoon daarin opgenomen;

3 degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiėnt of cliėnt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd.

Uitleg & Commentaar

Artikel 250a Wetboek van strafrecht Prostitutie

1 met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft

1°. degene die een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld dwingt dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij of zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt

2°. degene die een persoon aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling

Uitleg & Commentaar

 

Artikel 251 Wetboek van Strafrecht, Bijkomende straffen

1. Bij veroordeling wegens een der in der artikelen 242-247 en 248ter-250ter omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28 eerste lid, onder 1 , 2 en 4 , vermelde rechten worden uitgesproken.

2. Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 248ter-250ter omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Uitleg & Commentaar

Belediging, smaad en laster

Artikel 261 Wetboek van Strafrecht, Smaad(schrift)

1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijke tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goede trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastelegging eiste.

Artikel 262 Wetboek van Strafrecht, Laster

1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

Commentaar: Smaad is derhalve een vorm van belediging door een bepaald feit aan te halen. Bij laster gaat het om het bewustzijn dat de opmerkingen onjuist zijn. Zowel bij smaad als laster gaat het om het belang dat niemand aangetast mag worden in zijn eer of goede naam. Laster is een zogenoemd klachtdelict. Er moet komen vast te staan dat de verdachte de opzet (ook voorwaardelijke opzet) had om een iemand zodoende te beledigen.

Artikel 266 Wetboek van Strafrecht, Eenvoudige belediging

1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

2. Niet als eenvoudige belediging zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.

Artikel 268 Wetboek van Strafrecht, Lasterlijke aanklacht

1. Hij die opzettelijk tegen een bepaald persoon bij de overheid een valse klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift doet brengen, waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.

Artikel 269 Wetboek van Strafrecht, Klachtvereiste

Belediging, strafbaar krachtens deze titel, wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd, behalve in de gevallen voorzien in artikel 267, aanhef en onder 1° en 2°.

Artikel 272 Wetboek van Strafrecht, Geheimhoudingsplicht:

1. Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

Artikel 300 Wetboek van Strafrecht, Eenvoudige mishandeling

1. Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

4. Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.

5. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

Artikel 301 Wetboek van Strafrecht, Mishandeling met voorbedachte raden

Artikel 302 Wetboek van Strafrecht, Zware mishandeling

Artikel 303 Wetboek van Strafrecht, Zware mishandeling met voorbedachte raad

Artikel 304 Wetboek van Strafrecht, Strafverzwarende omstandigheden

Artikel 305 Wetboek van Strafrecht, Ontzetting van rechten als bijkomende straf

Per 1 januari 2002 moeten alle in de wet- en regelgeving voorkomende guldensbedragen worden omgezet in eurobedragen. Dat houdt in een verhoging van 10% maar daar staat tegenover dat sinds de invoering van de geldboetecategorieėn in 1981 geen inflatiecorrectie is toegepast. In artikel 23 Wetboek van Strafrecht staan de bedragen voor de geldboetecategorieėn.

categorie

boete in guldens tot 1/1/02

boete in euro's vanaf 1/1/02

1

ƒ.500

250

2

ƒ.5 000

2500

3

ƒ.10 000

5 000

4

ƒ.25 000

12 500

5

ƒ.100 000

50 000

6

ƒ.1 000 000

500 000